Tot ongeveer 1900 heeft er een Joodse gemeenschap te Buren bestaan. De oudste vermelding van de aanwezigheid van joden in Buren dateert uit 1646, toen Moses Ephraün door Prins Frederik Hendrik, graaf van Buren, werd aangesteld als pachter van de Bank van Lening te Buren. Hij moet een verdienstelijk persoon zijn geweest, getuige het feit dat de Magistraat van Buren hem en zijn nakomelingen, begiftigde met het Groote Burgerrecht. Bovendien werd hij in 1648 als gildebroeder aangenomen en alszodanig in het Burense Gildeboek ingeschreven. De erkentelijkheid van de Graaf van Buren voor Moses blijkt ook uit het feit, dat na 1672 hem een stuk grafelijke grond werd geschonken, teneinde daarop een Joodse begraafplaats in te richten. Het stuk grond werd als zodanig in gebruik genomen en is nu nog te vinden aan het begin van de huidige Aalsdijk te Buren, aangeduid met de borden: "Voormalige Israëlietische Begraafplaats". De aanleg van een begraafplaats is een bewijs van het bestaan van een Joodse gemeenschap in Buren, hoewel er ook uit omliggende plaatsen teraardebestellingen plaats vonden. In 1845 werd een tweede begraafplaats in gebruik genomen, die we nu in Buren nog kennen: gelegen naast de algemene begraafplaats in het Plantsoen. Deze grond werd door het gemeentebestuur van Buren krachtens het recht van erfpacht uitgegeven. De laatste begrafenis vond hier in 1895 plaats. In die dagen zal er ongetwijfeld ergens in Buren een pand zijn geweest, dat de Joden als bedehuis gebruikten. Bedacht dient te worden dat in de oude Republiek de Hervormde godsdienst staatgodsdienst was, en voorrechten genoot boven andere religies. Bij de invoering van de Staatsregeling van 1798 veranderde dit en werden alle godsdiensten gelijk geschakeld. Er ontstond op dit gebied veel meer vrijheid dan voorheen het geval was. En zo kon het in 1804 gebeuren, dat de Joodse gemeenschap een gebouw aan de Kniphoek te Buren kon aankopen, dat als Synagoge werd ingericht. In een artikel in het "Tijdschrift voor de Vereeniging ter Beoefening van Joodsche Wetenschappen", verschenen in 1869, wordt vermeld, dat er in Buren toen 4 israëlietische gezinnen woonden met in totaal 14 personen. De gehele gemeente, die mede uit geloofsgenoten bestond uit Geldermalsen, Tricht, Beusichem en Zoelmond, telde ruim 40 personen. Het gebouw aan de Kniphoek werd goed ingericht. Zo was er een kerkelijk bad, een woning voor de rabbi en een schoollokaal. Deze inrichting doet vermoeden, dat bij de verwerving een belendend pand van het huidige gebouw was betrokken. Saillant is de vermelding, dat de Synagoge werd verfraaid met drie koperen kronen, geschonken door een freule van het "Huis te Geldermalsen". De plaats van de Synagoge was en is gelegen in het oudste deel van Buren, aan de Kniphoek. Ze maakt deel uit van de "Muurhuizen" die tegen de stadsmuur waren en zijn gebouwd. Omstreeks 1900 dus ongeveer 100 jaar later, werd de Joodse gemeenschap opgeheven, omdat er te weinig leden waren overgebleven wegens vertrek naar de grote steden. Het aantal van 10, vereist om kerkdiensten te mogen houden, kon niet meer worden gehaald. Bij deze opheffing vervielen de eigendommen volgens de toen geldende reglementen aan het enige in Buren wonende lid van de Joodse Gemeenschap, de heer M. van Buuren. De koperen kronen werden verkocht aan een onbekende "Amsterdammer". Na 1900 is het gebouw van de Synagoge voor diverse doeleinden gebruikt, o.a. als opslagplaats en ook als varkenshok(!). Later werd het eigendom van de gemeente Buren, die het verhuurde aan de gemeentebode, de heer Reinold. Einde jaren "50, begin "60 van de afgelopen eeuw beraamde het gemeentebestuur van Buren plannen tot restauratie van de gehele binnenstad, uit te voeren dankzij krachtige financiële steun van het Rijk. De middeleeuwse huizen aan de Kniphoek waren als eerste aan de beurt. Voorzover ze nog geen eigendom waren van de gemeente werden ze aangekocht. Met begrip voor de historie werd de inmiddels tot een krot verworden voormalige Synagoge prachtig gerestaureerd. Nadien werd het gebouw door de gemeente gebruikt als vergaderruimte. In 1979 besloot de gemeenteraad de Synagoge aan te wijzen als "Huis der gemeente", als gevolg waarvan er ook huwelijken mochten worden voltrokken. Tevens werd het gebouw gebruikt als expositieruimte. Als bijzonderheid kan nog worden gemeld, dat de "Kniphoek" lange tijd "Oranjestraat" heeft geheten; in de volksmond bleef het altijd "Kniphoek". Om aan de historie recht te doen, besloot de gemeenteraad van Buren midden jaren "60 van de afgelopen eeuw deze naam weer officieel in te voeren. De naam is afgeleid van een lastig en onaangenaam diertje: de luis. De bewoners maakten die luizen dood tussen duim en wijsvinger, dat werd "knippen" genoemd.
|
Routebeschrijving |
Huren van ruimte in de Synagoge |
Deze pagina is mogelijk gemaakt door de inbreng van de Stichting Beheer Synagoge Buren Foto's B.W.P.M. Mauritsz MakingThePages b.v. |
Home
home gem. Buren
sitemap
©
webdesign MakingThePages b.v.